1. De in artikel 1, onder j), artikel 5 en artikel 8, lid 2, bedoelde kennisgevingen worden aan de Voorzitter van de Raad gericht. In deze kennisgevingen wordt de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende wetten en stelsels vermeld of, wanneer het de in artikel 1, onder j), bedoelde kennisgevingen betreft, de datum met ingang waarvan deze verordening van toepassing zal zijn op de stelsels welke in de verklaringen van de Lid-Staten worden genoemd.
2. De overeenkomstig lid 1 ontvangen kennisgevingen worden bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.